Improviseren = Spelen met uw Leven
Wie hier al even volgt, weet dat ik heilig overtuigd ben van het potentieel van improvisatievaardigheden voor ondernemers. Aan mijn lieve storytellers zeg ik daar altijd snel bij: 'dat betekent niet dat ik jou wil leren om op een podium te kruipen, geen paniek.' Maar zelf doe ik dat dus nu en dan wél.
9 jaar is het intussen geleden dat de maanden april en mei de 'hoogmis van mijn improleven' hadden moeten vormen. Ja, zoveel gewicht had ik aan 'Spelen met uw Leven' gehangen. Aan wat? hoor ik u denken. Terecht. het programma werd geen kaskraker.:-)

Links, dat ben ik (als steeds met gesloten ogen op de foto. Rechts, dat is de heerlijke Katrijn Van Bouwel.
De try-outs waren nochtans heerlijk geweest (gieren van het lachen met o.a. Sofie Lemaire en Linde Merckpoel) en samen met mijn hartsvriendin Katrijn Van Bouwel mocht ik me twee maanden gaan amuseren, op televisie. En ik werd er voor betaald. Wat kon er nog foutlopen? In het kort: alles.
Wat kon er nog foutlopen?
In het kort: alles.
Het programma maakte twee zaken pijnlijk duidelijk:
1. Een goed vertrekpunt staat niet garant voor een goed eindresultaat
Improvisatie en televisie zijn een moeilijk huwelijk, dat klopt, maar Spelen met uw Leven startte als een ‘wildcard’ op Vier. Wij zouden mogen freewheelen en vrij spelen ‘alsof er geen camera’s waren’. 8 weken lang, de focus op theatersport, in prime time. Heerlijk! Maar gaandeweg kwamen er meer restricties en afspraken ‘om het programma in goede banen te leiden’. Gaandeweg werd duidelijk dat elk van de makers van het programma een andere focus wilde. Op die manier eindigden we met 30 televisieminuten die vlees noch vis waren: De gasten in de studio mochten 25 minuten lang hun hilarische verhaal in geuren en kleuren vertellen, en vervolgens restte er het groepje improspelers nog slechts een handvol woordgrappen die in een enkele montages van 40 seconden voorbijvlogen. Spelen met uw Leven was geen improvisatieprogramma, het was een talkshow waar wij voor de randanimatie zorgden. En dat was een slecht idee. Toen en al helemaal 9 jaar later.
2. Practice before you play
Twee dagen voor de eerste opname werden er voor het eerst vier verschillende camera’s op ons gericht. Opeens werd er van mij verwacht dat ik instinctief wist wanneer ik naar camera 3 moest kijken en op welk kruisje in de studio ik dan precies moest staan. We kregen driltraining, er kwam een hele codetaal met knipperlichtjes waar menig Amercian Football-team jaloers op zou zijn en we oefenden op ‘spontaan zijn’ (ik moet nog lachen als ik er aan terugdenk). Het was too little, too late en meermaals zie je mij tijdens de opnames als een bang vogeltje voor me uitkijken. En ik was niet de enige. Jammer genoeg had niemand vooraf bedacht dat échte cameratraining zinvol is wanneer je een hoop jonge wolven op het scherm gooit. Je moet mensen de kans geven om iets te leren, om te groeien in wat ze doen. Spelen met uw Leven was eerder ‘what doesn’t kill you makes you stronger’ qua insteek. Je gooit mensen niet uit hun comfortzone, je maakt die comfortzone op een rustig tempo steeds groter.
Je gooit mensen niet uit hun comfortzone, je maakt die comfortzone op een rustig tempo steeds groter.
Kijk ik dan met niets dan negatieve gevoelens terug op deze periode? Helemaal niet. Ik mocht samenwerken me een aantal mensen die nu nog altijd van mijn favoriete medespelers zijn, ik ontdekte havermout als voedzaam ontbijt, de vriendschap tussen Katrijn en mezelf werd er alleen maar groter én ik leerde zoveel. Vooral over mezelf. Dat ik niet overal goed in was. Dat ik niet alles leuk vond én dat er grenzen waren aan ‘wat ik wilde opofferen om ergens te geraken’.
Ik was 31 en opeens wist ik zeker dat mijn ambitie niet in televisiestudio’s lag, noch voor, noch achter de schermen. Ik was 31 en ik zei voor het eerst dat ‘the magic happens out of your comfortzone’ een zwaar overschatte uitdrukking is. Ik was 33 en ik leerde dat een zelfstandige 0-aangiftes moet blijven doen, ook als je niet meer actief bent (auwch, pijnlijke boete). Ik ben intussen (bijna) 40 en de frons van 9 jaar geleden is veranderd in een minzame glimlach, al blijf ik een haat-liefde-verhouding hebben met ‘den televies’. Ik sta nog altijd (of is het eerder ‘opnieuw’?) met zo veel goesting op dat podium, maar nu sta ik er ook vaak dolgelukkig naast, te blinken van trots omwille van wat anderen bereiken. Dat had de Kristien van 9 jaar geleden nooit gekund. Zoveel levenslessen in een half uurtje café-humor per week, wie had dat kunnen denken?