top of page
  • ternat3

Schoenen en schaamte

Het onderwijs, dat is spelen met uw leven. Soms zelfs letterlijk. Zeker wanneer je mij bent.


Een woensdagmorgen, een stevige discussie met een collega in de leraarskamer. Zo eentje van de goeie soort, waar je van oplaadt en uit bijleert. Waarbij je de klok uit het oog verliest én de tweede bel voor de start van de lesdag niet had gehoord. Opeens een lege leraarskamer en het besef dat je eerste lesuur van de dag aan de andere kant van het schoolgebouw gepland staat. Op de bovenverdieping. Tijd voor een sprintje, want ‘Lindemans is nooit te laat en die is daar belachelijk principieel in, in dat op tijd komen in de les’.


Dwars door de refter, een open tussendeur -yes, alweer drie seconden tijdswinst- en in de verte herken ik enkele leerlingen van 6 moderne talen-wetenschappen die zich de trap ophaasten. Ook ik zet even later de sprint in naar boven en besluit om tegelijkertijd mijn sleutel al boven te halen. Op die manier kan ik over welgeteld 20 seconden gezwind doen alsof ik al de hele tijd klaarstond om hen binnen te laten in het lokaal.



Bovenaan de trap - die sleutel eindelijk te pakken, nu nog net dat haakje losmaken en..- daar ga ik. Onderuit. Boekentas en boeken denderden de trap af, de weergalm in de de trappenhal echoot in het het rond. Ik kan nog net op tijd mijn beide handen om de leuning klemmen om vervolgens mijn sleutels naar beneden te zien tuimelen.


Intussen hebben meer dan twintig hoofdjes hun weg teruggevonden van lokaal C110 naar de trap. Met z’n allen kijken ze -letterlijk- op me neer. “Ja mevrouw, dat is te laat, è, best langs het secretariaat passeren eerst.”





Ik word knalrood -door de val én door de schaamte- en de eerste 10 seconden kan ik niets uitbrengen en enkel denken 'miljaar, die schoenen met gladde zolen'. En dan gaat mijn impro-modus in werking “Kristien, dit is een schoolvoorbeeld van afgaan, doe het dus in stijl.”


“Ja, mannen, voor een klas als jullie gaat die van Nederlands door de knieën, zoveel is duidelijk.” Er wordt gegniffeld, ik hoor ‘oef, ze kan er nog mee lachen’ in de achtergrond en ik krijg een hand aangereikt.


Ze hebben 40 minuten mopjes gemaakt. Het was een lesuur met een matige lesinhoud. Maar er is veel gelachen. Met mij. Dankzij mij. Door mij. En ja, ik heb de rest van het schooljaar, wanneer ik bovenaan die trap kwam, opmerkingen gekregen van 6MWE (callback-mopjes, heerlijk!).


Ik had kunnen kwaad worden, ik had tijdens het lesuur kunnen claimen ‘dat het nu wel genoeg was geweest’, maar dankzij impro koos ik -in een halve seconde- voor de mooiste oplossing: humor en kwetsbaarheid (dat laatste ook redelijk letterlijk, auwch mijn arme knieën).


Het resultaat was veel plezier ondanks de pijn, leerlingen die oprecht bezorgd waren (”Het gaat toch wel, è, mevrouw, want anders stoppen we echt wel met lachen, hoor.”) en geen enkele leerling die de behoefte voelde om mij ‘te pakken’ op mijn lompheid.


Ook dat is de kracht van improvisatie: ontdekken dat schaamte een normale menselijke emotie is en dat dwars door de schaamte vaak de kortste weg blijkt te zijn. Ben ik nooit meer beschaamd? Tuurlijk wel, bijna dagelijks (ik ben écht wel behoorlijk lomp én ik word altijd rood, knalrood zelfs). Maar ik heb er geen moeite mee. Of doorgaans veel minder dan vroeger. Dat werkt heerlijk bevrijdend.

Wat ik leer uit improvisatie, dat is een bijna eindeloos vat aan (zelf)kennis, dat ik hier nu en dan graag opentrek: gevoel voor nuance, lef, verantwoordelijkheid nemen, ruimte geven aan een ander, ‘ja’ zeggen én afgaan in stijl. Impro, dat zit overal, zelfs in schoenen zonder ribbelzolen op een woensdagmorgen.

6 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page